Het nieuwe taboe op de oorlog. De verboden Willem Arondéuslezing

De verboden Willem Arondéuslezing, die Thomas von der Dunk toch hield op woensdag 27 april 2011 in de Haarlemmerhout, vóór het Provinciehuis, is nu volledig als pamflet verschenen en verkrijgbaar bij iedere boekhandel.

Eind april kwam de Noord-Hollandse Willem Arondéuslezing van cultuurhistoricus en publicist Thomas von der Dunk in opspraak, toen eenzijdig besloten werd deze niet door te laten gaan.

De lezing werd afgelast omdat deze volgens de twee CDA- en VVD-leden van de Haarlemse commissie van de Willem Arondéuslezing te partijpolitiek zou zijn. De Statenleden van coalitiepartijen VVD en CDA meenden, onder druk gezet door de PVV, dat de toespraak te veel tegen de PVV gericht was.

Het Platform Stop Racisme & Uitsluiting organiseerde hierop een alternatieve Willem Arondéus-hagepreek in de open lucht, waar meer dan 800 toehoorders aanwezig waren. Von der Dunk hield hier alsnog zijn lezing. Ook kwamen gepasseerde leden van Arondéus-werkgroep aan het woord: Klaas Breunissen (GroenLinks), Maud Knook (PvdA) en Klaas Gunster (SP); evenals Statenlid Petra Hoogerwerf (D66) en voormalig Statenlid Cornelis Mooij (VVD).

Het Platform is verheugd dat VVD en CDA op 9 mei jl. afstand hebben genomen van hun eerdere besluit, en dat is besloten de Willem Arondéuslezing in de toekomst niet meer op inhoud te toetsen.

Samenvatting van het pamflet
Was het jarenlang de gewoonte naar de oorlog te verwijzen wanneer iemand politiek onwelgevallige uitspraken of voorstellen had gedaan, tegenwoordig wordt eenieder die voor bepaalde tendensen en vooral voor het “normaal” verklaren van bepaalde opvattingen waarschuwt meteen van demonisering beticht.

Waar komt dat nieuwe taboe op de oorlog vandaan? In deze rede laat Thomas von der Dunk zien dat het demoniseren alles te maken heeft met de nieuwe politieke verhoudingen sinds de opkomst van de PVV. Meer dan anderhalf miljoen mensen zouden geschoffeerd worden als vergelijkingen met de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw worden gemaakt. Terwijl dergelijke vergelijkingen vanuit rechtstatelijke perspectief en vanwege het non-discriminatiebeginsel meer dan ooit sinds 1945 legitiem zijn, worden ze tot taboe verklaard door de politieke partijen die niet bereid zijn fundamenteel ruzie te maken met de PVV.

En dat terwijl deze ruzie meer dan ooit hard nodig is, stelt Von der Dunk. Denk aan het haatzaaien jegens minderheden, het anti-islamisme in plaats van het anti-semitisme, de gekunstelde tegenstelling tussen “elite” en “volk”, de hang naar een sterke leider die namens dit volk zou spreken. Deze onderwerpen zijn sinds 1945 niet meer in deze mate in de politiek gezien en moeten bediscussieerd en bestreden kunnen worden. Dat de woorden van Von der Dunk meer dan relevant zijn, bewees de reactie van de Haarlemse commissie van de Willem Arondéuslezing, die op 20 april 2011 uit angst voor de PVV deze rede verbood.

Reacties zijn gesloten.